Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar er kwam een [12]man Gods tot hem, zeggende: O koning! laat het heir van Israel met u niet gaan; want de HEERE [13]is niet met Israel, [met] alle [14]kinderen van Efraim. 12. Dat is, een profeet. Zie Richt.13:6. 13. Te weten, omdat zij van den Heere tot de afgoden geweken waren. 14. Versta door dezen Israel, gelijk voorgaat; dat is, de tien stammen, welke zo genaamd worden, omdat Efraim wel de voornaamste van die stammen was, en Jerobeam hun eerste koning uit den stam van Efraim afkomstig; alzo Efraim voor Israel, Jes.17:3, en Jes.28:1, enz.